De flexibele dokter
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren we dat met een serie huisartsencolumns geïnspireerd door de illustraties van Aad Goudappel. In deze aflevering: Rutger Verhoeff over ‘de flexibele dokter’.
De flexibele dokter
Na een rommelige dag op de praktijk – twee spoedvisites, een patiënt met een galsteenaanval en het inschakelen van de crisisdienst – kom ik er thuis achter dat ik mijn strakke planning van de avond (eten, anderhalf uur voorslapen en een nachtdienst) moet aanpassen; er is geen eten in huis. Gelukkig is de supermarkt dichtbij.
Als ik voor het kruispunt met stoplichten tegenover mijn appartementencomplex sta, hoor ik ineens een gil en een harde klap. Aan de overkant van de weg zie ik een jongeman onder een scooter liggen. Nog geen twee meter van hem vandaan ligt een vrouw met grijs haar op het fietspad.
Bijna tegelijkertijd staan ze op. De jongeman – ondanks de scooter – sneller en met meer gemak dan de vrouw.
Een dame op een fiets stapt af en helpt haar omhoog. Een mannelijke voetganger vraagt of hij een ambulance moet bellen waarop de aangereden vrouw zegt dat dat niet nodig is. Ondertussen raapt de scooterrijder al vloekend enkele brokstukken van zijn scooter op en schiet mijn stoplicht op groen, waarna ik zijn richting op loop. Voordat ik hem kan vragen of hij iets mankeert, rijdt hij op zijn gehavende scooter weg. De vrouw is inmiddels alleen achtergelaten en kijkt verdwaasd om zich heen.
‘Heeft u ergens pijn?’ vraag ik haar.
Meteen grijpt ze naar haar hoofd. ‘Alleen mijn hoofd.’
‘Mag ik eens kijken?’
‘Ja hoor,’ knikt ze, terwijl ze haar hoofd buigt.
Met mijn mobiel als zaklamp onderzoek ik haar behaarde hoofd. ‘Gebruikt u bloedverdunners?’
‘Nee, hoezo?’
‘U heeft een fikse zwelling van drie bij drie centimeter op uw hoofd. Ook geen alcohol gedronken?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Bent u dokter?’
‘Ja, en ik denk dat u naar de huisartsenpost moet; er zit ook een wond die ik zo één-twee-drie niet goed kan beoordelen. Woont u in de buurt?’
‘Nee, ik was op weg naar mijn zoon. We zouden vanavond samen uit eten gaan.’
‘Zal ik u naar uw zoon brengen?’
‘Dat zou heel fijn zijn.’
In de auto én in de studentenkamer van haar zoon vervolg ik mijn anamnese en lichamelijk onderzoek: mijn patiënte is tweeënvijftig jaar, heeft een blanco voorgeschiedenis, slikt geen medicijnen en moet gehecht worden. Het etentje blaas ik af en in plaats daarvan adviseer ik een avondje ziekenhuis. Met twee Affligem Tripel, als dank voor de goede zorg, op zak rijd ik weer naar huis. Het voorslapen kan ik wel vergeten.
Auteur: Rutger Verhoeff, huisarts
Volg ons op social media en praat mee!
Alle huisartsencolumns
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren
Samen zijn huisartsen, dokterend op een manier die bij hen past, 75 jaar verenigd in de LHV. In december vieren
75 jaar LHV: allemaal huisarts
In december vieren we dat de LHV 75 jaar bestaat met een serie huisartsencolumns geïnspireerd door de illustraties van Aad Goudappel. Ook Mirjam van ’t Veld richt een woord tot u.