Eerste lijn kritisch over wetsvoorstel Wibz: opnieuw lastenverzwaring
De meeste verplichtingen in het wetsvoorstel Wibz zijn niet uitvoerbaar voor huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders. Dat hebben wij samen met 8 andere eerstelijnsorganisaties aan minister Helder laten weten. Het wetsvoorstel veroorzaakt een stapeling van administratieve lasten en controlemaatregelen.
Het doel van het wetsvoorstel Wibz is publiekrechtelijk toezicht introduceren op meerdere aspecten van de bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Het voorziet onder meer in een wijziging van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).
Het wetsvoorstel bevat meerdere onderdelen. Zo worden er aanpassingen doorgevoerd in de regels rondom het winstuitkeringsverbod en wordt het mogelijk om voorwaarden te verbinden aan het uitkeren van winst. Daarnaast worden er 2 wettelijke normen geïntroduceerd: 1 ter voorkoming van negatieve gevolgen van tegenstrijdige belangen en 1 ter waarborging van het hanteren van normale marktvoorwaarden bij belangrijke transacties. Ook worden er extra weigerings- en intrekkingsgronden voor de Wtza-vergunning vastgelegd.
In een gezamenlijke reactie op een internetconsultatie over het wetsvoorstel Wibz hebben wij samen met eerstelijnsorganisaties KNMT, NVM, LVVP, KNMP, NVvP, ONT, KNOV en KNGF onze zorgen en kanttekeningen geuit:
- De voorgestelde wijzigingen in de Wmg en Wtza, die gericht zijn op het borgen van integere bedrijfsvoering, gaan voor eerstelijnszorgaanbieders te ver. Ook is het grootste deel van de verplichtingen niet uitvoerbaar voor de eerstelijnszorgaanbieders.
- In de eerstelijnszorg komt nauwelijks fraude voor. Wij als eerstelijnscoalitie hebben dat al vaker benadrukt. Dit blijkt herhaaldelijk uit rapporten en onderzoeken. Uit het meest recente rapport van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) blijkt opnieuw dat fraude voornamelijk binnen andere sectoren voorkomt.
- Het winstuitkeringsverbod in het wetsvoorstel kan niet los worden gezien van de tegenstrijdige belangregelingen en voorschriften voor het hanteren van normale marktvoorwaarden.
- Nu de eerstelijnszorg niet valt onder het winstuitkeringsverbod, fraude zich aantoonbaar in de eerste lijn nauwelijks voordoet en toezichthouders en zorgverzekeraars al beschikken over afdoende instrumentarium en grondslagen om sanctionerend op te treden, is het ondoelmatig en disproportioneel om deze verplichtingen op te leggen aan de gehele zorgsector.
- Los hiervan, leidt de optelsom van de vele nieuwe op fraude gerichte wetgeving tot disproportionele administratieve lastenverzwaring. Deze verzwaring is in strijd met het uitgangspunt van vermindering van de regeldruk (en het Programma (Ont)regel de zorg). Daarom vinden wij het noodzakelijk dat ook de Wibz grondig wordt getoetst door het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR).
De kritiek van ons als eerstelijnsorganisaties op de Wibz richt zich in het bijzonder ook op het voornemen om de tegenstrijdige belangregeling die geldt voor bestuurders van bv’s ook van toepassing te laten zijn op zorgaanbieders die alleen of in samenwerking persoonlijk eigenaar zijn van hun praktijk. Dit is onbegrijpelijk en maakt het uitoefenen van een eigen praktijk complexer dan nodig. Het draagt in onze ogen niet bij aan het door de overheid geformuleerde doel van de Wibz.
Wat is het proces?
Het ministerie van VWS verzamelt nu via de internetconsultatie reacties op het concept wetsvoorstel en zal het voorstel zo mogelijk aanpassen. De ambtenaren van VWS gaan wellicht nader in gesprek. Als het concept wetsvoorstel gereed is, gaat het daarna naar de Raad van State voor advies. Na advies van de Raad van State wordt het wetsvoorstel inclusief het advies naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit hele traject zal maanden duren.
Nieuws
De Raad van State deed op 20 november 2024 uitspraak tegen de tekortenbesluiten door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
De aangekondigde handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst zorgt voor veel vragen. Zeker nu de datum van 1 januari snel
Mogelijk heb jij ook een brief gehad waarin vraagtekens werden gezet bij het gebruik van Mitz vanuit het oogpunt van