Spring naar content

Implementatieplan zorgcoördinatie naar Tweede Kamer

Zorgcoördinatie is voor complexe multidisciplinaire zorgvragen in de acute zorg een goede manier om de huisartsen(spoed)zorg te ontlasten en de patiënt snel op de juiste plek te krijgen. Zorgcoördinatie helpt met het toegankelijk houden van de acute zorg die onder druk staat. Daarom streven we er naar om in 2025 in elke regio een vorm van zorgcoördinatie beschikbaar te hebben voor alle patiënten. Voor de huisartsenzorg biedt zorgcoördinatie kansen, maar er zijn ook aandachtspunten bij de regionale uitwerking.

De zorg moet voor iedereen in Nederland betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit zijn. Dat is een uitdaging met toenemende schaarste van personeel en middelen, zeker in de combinatie met een stijgende zorgvraag. Dat vraagt om een goede onderliggende organisatie van de zorgketen in brede zin. Voor de acute zorg, waaronder ook de acute huisartsenzorg, is zorgcoördinatie een belangrijk middel om bij te dragen aan de toegankelijkheid.

Door betere samenwerking en kennis van elkaars processen, ziet de juiste zorgverlener de patiënt en is het in tijden van schaarste mogelijk om de acute zorg regionaal op te schalen. Ook is in de plannen opgenomen dat er inzicht moet komen in actuele beschikbare capaciteit bij alle ketenpartners, waardoor het zoeken van een vervolgzorgplek minder tijd moet gaan kosten.

Implementatieplan maakt aanpak concreet

In het plan wordt onderscheid gemaakt tussen processtappen die landelijk gerealiseerd moeten worden en waarmee huisartsen via hun ROAZ in de regio’s zelf mee aan de slag kunnen gaan. Daarnaast wordt ook toegelicht hoe huisartsen en andere partijen in de regio worden ondersteund om de beweging naar zorgcoördinatie te maken. Samen met de opgestelde plannen van de regio’s vormt het implementatieplan dat de minister van VWS deze week naar de Tweede Kamer stuurde, de basis voor de implementatiefase van zorgcoördinatie in 2024.

De LHV is tevreden met het plan, maar ziet wel een aantal aandachtspunten:

  • Zorgcoördinatie alleen als het nodig is
    De LHV is van mening dat zorgcoördinatie alleen ingezet moet worden bij complexe zorgvragen waarbij domeinoverstijgend overleg wenselijk is. De huisarts, en daarmee ook de huisartsenpost, is de poortwachter van ons zorgsysteem. 90-95% van de telefoontjes op de HAP betreft huisartsenzorg die prima monodisciplinair afgehandeld kan worden, dat moet vooral zo blijven. Via de HAP wat kan, via zorgcoördinatie wat moet.
  • Triage
    In de implementatie moet er aandacht zijn voor de triage en de positie van de huisarts daarbinnen. De huisarts is er voor de huisartsenzorg in de eigen praktijk en op de huisartsenpost. De LHV ziet zorgcoördinatie als instrument om de zorg te stroomlijnen, nadat die bij de huisartsenpost of bijvoorbeeld 112 is binnengekomen, naar bijvoorbeeld de wijkverpleging of de geestelijke gezondheidszorg.
  • Schaalgrootte passend bij de regio
    Daarnaast is het belangrijk om te kiezen voor een (sub)regio, die qua schaalgrootte recht doet aan de bestaande regionale context. Op deze schaal worden ook voor de zorg overdag de samenwerkingsafspraken gemaakt tussen huisartsenzorg, VVT en de GGZ.  Zo versterkt zorgcoördinatie de zorg zonder die onnodig complex te maken.
  • Randvoorwaarden moeten geregeld zijn
    Tenslotte zijn beschikbaarheid van adequate financiering, wetgeving en ICT-randvoorwaarden die de implementatie moeten ondersteunen en dus geregeld moeten zijn.

Nieuws

Minister Agema van VWS heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) via een aanwijzing, de opdracht gegeven om bij ernstige

De afgelopen weken was er veel aandacht en steun in de Tweede Kamer voor actuele huisartsendossiers. Er was onder andere

Wat vind jij belangrijk om te behouden als de kracht van de huisartsenzorg, wat wil je veranderen en hoe wil