In afwachting van besluit IZA: juridisch geen reden om niet te tekenen
Juridisch gezien is er geen reden om het integraal zorgakkoord (IZA) niet te tekenen, zo concluderen we als LHV na juridisch advies. Wel zeggen we pas ‘ja’ tegen het IZA als belangrijke verbeteringen voor de huisartsenzorg gegarandeerd zijn. Daarin verschillen we van de actiegroep De Bevlogen Huisartsen. Zij waren afgelopen week in het nieuws met een juridische analyse die zij hebben laten maken. Op belangrijke punten wijkt onze beoordeling af van die van hen, vooral op het punt van de risico’s voor individuele huisartsen.
Afgelopen vrijdag berichtten wij je al over de juridische analyse die advocatenkantoor AKD voor ons heeft gemaakt. In dat bericht gingen we ook in op punten die de Bevlogen Huisartsen aankaarten, zoals de afspraken over de ggz. Onze conclusie: in het IZA staat duidelijk dat de huisartsenzorg ontlast moet worden, ook waar het aankomt op de ggz. Ook kunnen huisartsen alleen hun rol pakken, als de andere partijen ook hun verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van de wachtlijsten. Dus dat is een duidelijke opdracht voor alle partijen bij het verder uitwerken van de ggz-afspraken.
Daarnaast stelt het advocatenkantoor dat er juridische afdwingbaarheid is richting bijvoorbeeld individuele zorgverzekeraars, maar dat dat anders ligt voor individuele huisartsen. Aard Verdaasdonk, huisarts en LHV-bestuurder: “Wij voelen ons gesterkt door de analyse van advocatenkantoor AKD . Zij zijn gepokt en gemazeld in deze materie en stellen dat individuele huisartsen niet klemgezet zullen worden door bepalingen in het IZA, mocht de LHV het akkoord nog gaan ondertekenen. Ook stellen zij dat er juridische grond is om naleving van het akkoord door anderen af te dwingen. Dat is voor ons heel belangrijk, want de vrijblijvendheid waarmee anderen de eerdere hoofdlijnenakkoorden behandelden, waren we zat.” Lees ons volledige bericht hier.
Omgaan met de juridische onzekerheid
Verdaasdonk: “Het is lastig dat verschillende juristen op belangrijke punten tot verschillende analyses komen. Verschillen in juridische interpretaties blijven mogelijk met het akkoord zoals dat er nu ligt. Dat is niet op te lossen in het IZA zelf. De huidige tekst van het akkoord is immers al door 14 partijen ondertekend. De beïnvloedingsruimte die er nog is, zit in de concrete uitwerking van het IZA.”
Verdaasdonk: “Leidend voor ons is dat de problemen in de huisartsenzorg moeten worden aangepakt. Het IZA kan daarbij helpen en als je aan tafel zit, heb je meer invloed op de uitwerking. Maar als we aan tafel gaan zitten, dan doen we dat op onze voorwaarden en in het belang van de huisartsen.”
Het komt aan op de uitwerking
Voor veel thema’s in het IZA zijn de hoofdlijnen beschreven en moet nog uitwerking komen, zo staat ook in het akkoord zelf. De ondertekenende partijen spreken met elkaar af: dit is de beweging die we inzetten en we werken met elkaar nog preciezer uit hoe we dat gaan doen. Als LHV hebben we gezegd dat we niet zomaar vertrouwen dat het in de uitwerking allemaal wel goed komt. Daarom hebben we twee belangrijke voorwaarden gesteld waarvan we de uitwerking eerst binnen willen hebben, voordat we ons besluit over ondertekening heroverwegen. Die voorwaarden zijn: hogere en gedifferentieerde ANW-tarieven en de mogelijkheid voor Meer tijd voor de patiënt voor alle huisartsenpraktijken.
Besluit uiterlijk december
In september hebben we al gesteld: we geven de andere partijen 3 maanden de tijd om aan vertrouwen te bouwen en onze voorwaarden in te vullen, dan nemen we opnieuw een besluit over het IZA. De landelijke ledenvergadering neemt uiterlijk in december een besluit en daarin nemen we alles mee, de invulling van de voorwaarden en de weging van de kansen en risico’s van wel of niet tekenen.
Meer lezen?
- LHV-bericht Is naleving van het zorgakkoord afdwingbaar? En andere juridische vragen
- Berichtgeving NOS over de juridische analyses, van LHV en van De Bevlogen Huisartsen
Nieuws
In 2024 is een belangrijke mijlpaal bereikt: maar liefst 70% van de huisartsen werkt nu met een Huisarts Informatie Systeem
De Belastingdienst zal in 2025 nog geen boetes uitdelen aan werkgevers die nog werken met schijnzelfstandigen. Wel kunnen sociale premies
De tijdelijke vergoeding voor de UZI-medewerkerspas op naam stopt per 1 april 2025. Vanaf deze datum zijn huisartsen en apothekers