Spring naar content

Medische zorg en welzijn zijn geen gescheiden werelden 

Auteur: Aard Verdaasdonk

Voorzitter a.i. Landelijke Huisartsen Vereniging

Als we het hebben over ‘de zorg’, dan denken we meestal aan de medische zorg. Over het werk dat wij als professionele zorgverleners doen. Maar wij hebben natuurlijk niet het alleenrecht op zorg. Want een heel groot deel van de zorgverlening in onze samenleving valt in de categorie ‘informele zorg’. Dan gaat het om mantelzorgers, andere mensen uit het sociale netwerk en vrijwilligers die voor hulpbehoevenden zorgen. Naast onze goede medische zorg is die informele zorg van groot belang voor het welbevinden van onze patiënten.  

Als huisartsen zien we regelmatig in de praktijk hoe nauw gezondheid verbonden is met welzijn. Alleen aan de ‘medische’ knop draaien is vaak niet voldoende of soms zelfs geheel onnodig; patiënten hebben zoveel meer nodig om zich goed te voelen. Een sociaal netwerk, financiële zekerheid en een veilig thuis zijn minstens zo belangrijk. Medische zorg kun je dus niet los zien van die andere vormen van zorg en welzijn. Toch zijn deze twee werelden vaak sterk van elkaar gescheiden. Dat is zonde.  

Ik vond het daarom zo mooi dat ik een paar weken geleden kon deelnemen aan een conferentie van het Zorginstituut over de brug tussen formele en informele zorg. Daar gingen we als zorgprofessionals in gesprek met initiatiefnemers en vrijwilligers van zorgzame burgerinitiatieven. Ik zag maar weer eens hoeveel zorgzaamheid, innovativiteit en organisatiekracht er in onze samenleving is. Ik hoorde er over mooie initiatieven waar bewoners, gemeente en zorgprofessionals met elkaar formuleren wat er nodig is om prettig te kunnen leven. Natuurlijk is toegankelijke medische zorg daarin belangrijk, maar óók wonen, ondersteuning met klusjes thuis, de leefbaarheid, het bestrijden van eenzaamheid, enzovoort.  

Lokaal weten de verschillende domeinen elkaar al beter te vinden. Maar aan de beleidstafels moet die verbinding tussen informele zorg, sociaal domein en medische zorg er nog veel meer komen. We willen “health in all policies”, dus ook aandacht voor de impact op de gezondheid in de domeinen buiten de zorg. Dat is ook iets wat wij als LHV inbrengen bij het opstellen van de visie op de eerstelijnszorg, die nu in het kader van het Integraal Zorgakkoord wordt gemaakt. We moeten het perspectief van de inwoners centraal stellen en denken vanuit de wijk waarin zij leven. Dan draait het niet alleen om huisartsenzorg en wijkverpleging, maar ook om het sociaal domein en de leefbaarheid van hun omgeving. 

Het zou mooi zijn als iedereen die binnen de wijk zorg en hulp verleent elkaar beter weet te vinden. Informele zorgverleners verdienen waardering en ondersteuning in hun belangrijke rol. Het sociaal domein moet goed bereikbaar en bekend zijn. Dat creëert weer de hoognodige ruimte voor ons als medische zorgprofessionals om te focussen op onze rol en patiënten met andere hulpvragen dan een medische naar de juiste plek te kunnen verwijzen. Als iedereen kan doen waar die het beste in is, dan is de inwoner, de patiënt, uiteindelijk het beste geholpen.  

Ik realiseer me: dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar de lokale initiatieven die er al volop zijn, geven mij reden om hoopvol te zijn.   

Aard Verdaasdonk
Voorzitter a.i. Landelijke Huisartsen Vereniging 

Deze column is ook verschenen in Medisch Contact op 8-6-2023

Meer columns

Beweging

Als vertegenwoordiger van de huisartsen hebben we het verminderen van administratieve lasten al jaren hoog op de politieke agenda staan.

Thuis in de eerstelijn

Na jaren als ziekenhuis-bestuurder heb ik mijn rentree in de eerstelijn gemaakt als voorzitter van de LHV. Dat is als

Er wordt veel gezegd en geschreven over de grote uitdagingen voor de zorg. Groeiende zorgvraag, krapte aan zorgverleners, oplopende kosten,