Spring naar content

Meer over de juridische procedures tegen de NZa

In juli 2024 zijn we samen met VPHuisartsen een bezwaarprocedure gestart tegen de Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2025 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Kort daarna zijn we (opnieuw) in bezwaar gegaan tegen de NZa-beschikking voor 2024. Eerder deden we dat al tegen de NZa-beschikking voor 2023. Welke juridische procedures lopen er momenteel, waarover gaan ze en hoe gaat het nu verder? In dit bericht leggen we het uit.

Overzicht juridische procedures

Momenteel lopen er juridische procedures tegen drie NZa-beschikkingen. We sommen ze hieronder voor je op:

  1. Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2023
    In de zomer van 2022 hebben we bezwaar gemaakt tegen de NZa-beschikking voor 2023. De NZa heeft dit bezwaar vervolgens ongegrond verklaard. Daarop zijn we een beroepsprocedure gestart bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). In december 2023 heeft de rechter de NZa-beslissing op ons bezwaar vernietigd. De NZa moet nog steeds een nieuwe beslissing nemen.

  1. Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2024
    In de zomer van 2023 heeft de NZa de beschikking voor 2024 gepubliceerd. Omdat we inmiddels al een beroepsprocedure tegen de beschikking voor 2023 waren gestart, hebben we voor de 2024-beschikking de bezwaarfase overgeslagen en zijn we rechtstreeks in beroep gegaan. De rechter heeft vervolgens de NZa-beschikking voor 2024 vernietigd. In juli 2024 heeft de NZa de beschikking voor 2024 opnieuw (ongewijzigd) vastgesteld. We zijn daartegen weer in bezwaar gegaan.

  1. Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2025
    Afgelopen juli heeft de NZa de beschikking voor 2025 gepubliceerd. Ook daartegen zijn we een bezwaarprocedure gestart.

Waarom juridische procedures?

Als zelfstandig bestuursorgaan (zbo) heeft de NZa onder meer de bevoegdheid om te bepalen hoe er voor huisartsenzorg wordt betaald en welke tarieven daarvoor gelden. Tegen besluiten daarover kun je in bezwaar gaan. Ben je het niet eens met de beslissing die de NZa over dat bezwaar neemt, dan kun je voor een beroepsprocedure naar de rechter (het CBb).

We zijn de procedures tegen de NZa-beschikkingen voor 2023 en 2024 vooral gestart omdat we het niet eens zijn met de onderbouwing van de tarieven. Deze zijn nog steeds gebaseerd op een kostprijsonderzoek over 2015. De NZa ging indertijd niet in op ons verzoek om de tarieven tussentijds te verhogen vanwege de sterk gestegen praktijkkosten.

Inmiddels heeft de NZa een kostprijsonderzoek over 2022 uitgevoerd. Ook heeft de NZa Berenschot om advies gevraagd over een nieuwe vergoeding voor de praktijkhoudende huisarts (de zogenaamde ‘normatieve arbeidskostencomponent’). We zijn het niet eens met de wijze waarop die twee onderzoeken zijn uitgevoerd.
Ook zijn we het niet eens met keuzes die de NZa heeft gemaakt bij het verwerken van de uitkomsten ervan in de tarieven voor 2025. Zo zijn we het niet eens met de berekening van de inkomensvergoeding voor de praktijkhoudende huisarts op basis van een aantal cao’s. Ook zijn we het er niet mee eens dat de NZa opeens heeft besloten om voortaan voor 1 fte praktijkhouder uit te gaan van 36 uren of meer per week en daarbij geen rekening houdt met het werkelijke aantal uren dat praktijkhouders gemiddeld werken.

Een andere belangrijke reden om in bezwaar te gaan is de wijze waarop de NZa de inkomensvergoeding en de praktijkkostenvergoeding toerekent aan alle tarieven; zowel de door de NZa vastgestelde tarieven als de ‘vrije’ tarieven. Daardoor leiden méér ingeschreven patiënten en méér consulten tot lagere inschrijf- en consulttarieven. Bovendien leidt méér omzet uit andere zorg dan de basishuisartsenzorg (het extra aanbod) tot lagere inschrijf- en consulttarieven. De inschrijf- en consulttarieven zijn zo het sluitstuk in de tariefberekening. Wij vinden, samen met meer dan 10.000 huisartsen en 20.000 sympathisanten die de petitie ondertekenden, dat de kostendekkendheid van de tarieven voor de basishuisartsenzorg centraal moet staan.

Hoe gaat het nu verder?

Op 28 november a.s. houdt de NZa een hoorzitting over de bezwaren tegen de drie beschikkingen. Daar kunnen alle partijen die bezwaar hebben gemaakt een toelichting geven en reageren op vragen van de NZa. Verder kunnen alle belanghebbenden reageren.

Vervolgens neemt de NZa beslissingen. De verwachting is dat de NZa die uitspraak op z’n vroegst doet in januari 2025. Tegen die beslissingen kunnen we weer in beroep gaan bij het CBb. De beroepsprocedure start dan vermoedelijk in het najaar van 2025 met een zitting die vervolgens tot een uitspraak moet leiden.

Wil je meer weten over de NZa-tarieven en de juridische procedures? Schrijf je dan in voor het Webinar Beleid & Bekostiging 2025 in november van dit jaar. Via onze nieuwsbrief laten we weten vanaf wanneer de inschrijving geopend is.

Nieuws

De landelijke ledenvergadering heeft ingestemd met het onderhandelingsresultaat voor een cao voor huisartsen in loondienst. Daarnaast werden de afgevaardigde huisartsen

10.731 huisartsen en meer dan 20.000 sympathisanten ondertekenden de petitie die pleit voor het behoud van de basishuisartsenzorg. Een duidelijk

De basistarieven voor de huisartsenzorg gaan volgend jaar omlaag en zijn niet kostendekkend. Daarom zijn we een petitie gestart. Nog