Spring naar content

Meerdere moties in de Tweede Kamer voor de huisartsenzorg

De afgelopen weken was er veel aandacht en steun in de Tweede Kamer voor actuele huisartsendossiers. Er was onder andere aandacht voor toekomstbestendige tarieven, huisvesting en administratieve lasten. Lees in dit bericht meer over alle moties.

Zo klonk er een oproep voor een toekomstbestendig bekostigingsmodel voor de huisartsenzorg. De roep om oplossingsrichtingen voor de hoge huisvestingskosten van huisartsenpraktijken. Signalen dat de huisartsenzorg en de betrokkenheid van de specialist ouderengeneeskunde in geclusterde woonwormen niet altijd optimaal is geregeld. En de wens dat huisartsen een vergoeding moeten kunnen krijgen voor de behandelwens- en levenseindegesprekken. Kamerleden dienden veel moties in waarover de Tweede Kamer volgende week gaat stemmen.

Lees in dit bericht over:

Motie toekomstbestendige tarieven huisartsenzorg

Tweede Kamerleden Julian Bushoff (PvdA/GL) en Jimmy Dijk (SP) dienden een motie in die de regering vraagt om in gesprek te gaan met de NZa over een andere vorm van tariefberekening voor de huisartsenzorg, waarbij niet alleen gemiddelde kosten uit het verleden maar ook toekomstscenario’s zoals regionale en demografische ontwikkelingen, huisvestingskosten en stijgende personele kosten worden meegenomen. Een mooie oproep waar we blij mee zijn als LHV.

Wij vinden dat iedere Nederlander een eigen huisarts moet hebben, maar daarbij hoort ook dat iedere patiënt in elke huisartsenpraktijk kan rekenen op het basisaanbod huisartsgeneeskundige zorg. En, omgekeerd, dat iedere huisartsenpraktijk in staat wordt gesteld om het basisaanbod huisartsgeneeskundige zorg te leveren. De systematiek van de NZa dwingt huisartsenpraktijken om extra inkomsten te hebben om zo het basisaanbod te kunnen aanbieden. Die extra werkzaamheden zetten nou juist het bieden van het basisaanbod (en dus de toegankelijkheid ervan) onder druk. De minister ontraadde de motie niet en laat het oordeel aan de Tweede Kamer.

Moties financiering huisvesting huisartsen

Verschillende politieke partijen dienden moties in met betrekking tot de financiering van praktijkruimtes voor huisartsen. Eerder hadden Kamerleden van PVV, NSC, CDA en PvdA/GL gevraagd of het Waarborgfonds voor de Zorgsector niet opengesteld kan worden voor huisartsen. Uit de gesprekken die de minister heeft gevoerd met het Waarborgfonds blijkt dat dit niet gaat lukken.

Daarom diende Kamerlid Julian Bushoff (PvdA/GL) samen met Daniëlle Jansen (NSC) een motie in of de minister in kaart wil brengen wat de alle mogelijkheden zijn bijvoorbeeld het opzetten van een afzonderlijk waarborgfonds en de mogelijkheden voor de huisartsenzorg om zelf een fonds op te richten. Voor de zomer 2025 wordt de Kamer hierover geïnformeerd. De LHV pleit al langer voor een waarborgfonds om snel financieel een verschil te kunnen maken voor huisartsen die nu geen praktijk kunnen starten of uitbreiden. De minister laat het oordeel aan de Kamer.

SP Kamerleden Dobbe en Dijk pleitten voor een Noodplan Huisartsenpraktijk om huisartsen zo snel mogelijk te helpen aan betaalbare, voldoende en geschikte praktijkruimte. De minister meldde dat ze dit al doet, maar dat omdat het woord “noodplan” in de motie wordt genoemd, ze de motie niet kan overnemen. Ze ontraadde de motie echter niet, maar laat het oordeel aan de Kamer.

In de Landelijke Werkgroep huisvesting praten we ook verder over de financiering van huisvesting. Ons streven is Q2 2025 een nieuwe versie van de handreiking op te leveren waarin ook de financiële aspecten een plek krijgen.

Motie administratieve lasten/kleinschalige zorgaanbieders

Kamerlid Mariska Rikkers (BBB) vroeg of de minister met regelmaat met de eerstelijnszorg de impact van de huidige wetten op de administratieve lasten van die kleine zorgaanbieders wil bespreken. Zij pleitte ervoor om bij nieuwe wetgeving een combinatietoets uit te voeren om te beoordelen of de wet samen met andere wetten extra administratieve lasten geeft voor deze kleine zorgaanbieders.

Aanleiding zijn haar zorgen dat vooral zorgaanbieders in de eerstelijnszorg te maken hebben met een steeds zwaardere administratieve last. Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om de administratietijd in 2030 te halveren, maar tegelijkertijd worden er wel steeds nieuwe wetten geïntroduceerd die de regeldruk verhogen. BBB heeft begrip dat de bestrijding van bijvoorbeeld fraude prioriteit heeft, maar extra regeldruk is geen oplossing.
Minister Agema meldde dat nieuwe wet- en regelgeving altijd wordt voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). De ATR kijkt ook naar de combinatie.

Budgetplafonds onwenselijk en motie vergoeding huisartsen levenseindegesprekken

In het debat over palliatieve zorg en stervensbegeleiding was kamerbreed het pleidooi dat de budgetplafonds voor palliatieve zorg geschrapt moeten worden. Er is al jaren overleg hierover met zorgverzekeraars maar dit hardnekkige probleem bestaat nog steeds. Kamerlid Van Dijk (SGP) herinnerde de staatssecretaris en de Kamer eraan dat in 2017 al een motie is aangenomen waarin wordt gesteld geen omzetplafonds bij de zorginkoop voor palliatieve, terminale zorg op te nemen. De staatssecretaris gaf aan dat de meeste zorgverzekeraars met gecontracteerde zorgaanbieders afspraken hebben gemaakt over de omzetplafonds. De bewindsvrouw gaat met verzekeraars verder in gesprek, verdiepend onderzoeken en indien nodig goede afspraken maken, zodat die omzetplafonds er niet toe leiden dat mensen die palliatieve zorg nodig hebben, geen zorg kunnen krijgen.

De SGP diende een motie in of er voor huisartsen ook een vergoeding kan komen voor behandelwens- of levenseindegesprekken. Omdat de meeste mensen thuis overlijden, zijn huisartsen nauw betrokken bij palliatieve zorg. Zij voeren dus geregeld gesprekken met hun patiënten over de wensen en verwachtingen rondom het levenseinde. In de medisch-specialistische zorg worden soortgelijke gesprekken in het kader van proactieve zorgplanning vanaf 2025 vergoed. De staatssecretaris laat het oordeel aan de Kamer.

Vergunningsplicht voor kleinschalige woonzorgvormen

De staatssecretaris meldde in het debat ouderenzorg dat een zorgaanbieder die in de geclusterde woonvormen 24-uurszorg levert, een vergunningplicht heeft onder de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), indien deze zorgaanbieder een instelling is die zorg verleent op grond van Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Kamerlid Joseph (NSC) had hierover vragen gesteld. Eén van de voorwaarden, die verbonden is aan de vergunning, is dat de zorgaanbieder de zorg zo moet hebben georganiseerd, dat dat redelijkerwijs leidt tot het verlenen van goede zorg. Bij geclusterde woonvormen zijn er signalen dat de huisartsenzorg en de betrokkenheid van de specialist ouderengeneeskunde niet altijd optimaal is geregeld. De staatssecretaris deed de toezegging aan de Kamer hierover in gesprek te gaan met de LHV en Verenso.

Nieuws

Minister Agema van VWS heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) via een aanwijzing, de opdracht gegeven om bij ernstige

De afgelopen weken was er veel aandacht en steun in de Tweede Kamer voor actuele huisartsendossiers. Er was onder andere

Wat vind jij belangrijk om te behouden als de kracht van de huisartsenzorg, wat wil je veranderen en hoe wil