Spring naar content

Stevige inzet overheid nodig voor behouden van de huisarts in de wijk

Op dinsdag 19 september heeft het demissionaire kabinet de Miljoenennota voor 2024 gepresenteerd. Onderdeel daarvan is de begroting van VWS, waarin het ministerie de plannen en begroting voor de zorg beschrijft. In dit bericht lees je de belangrijkste punten ten aanzien van de huisartsenzorg die wij in deze stukken aantroffen.

VWS kondigt een versterking van de eerstelijnszorg zoals de huisartsenzorg en de wijkverpleging aan. Als LHV vinden we dat zeer noodzakelijk. De huisartsenzorg is de basis van ons zorgstelsel en de spil van de eerstelijnszorg.

Toegezegde versterking waarmaken

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben we goede afspraken weten te maken voor ondersteuning en versterking van de huisartsenzorg. Aard Verdaasdonk, LHV-voorzitter: “In de Miljoenennota voor 2024 zien we dat de overheid blijft investeren in de huisartsenzorg. Dat is in lijn met de afspraken die we in het IZA hebben gemaakt. Zoals we met het uitwerken van het IZA nu merken, is het cruciaal dat we niet alleen goede plannen met elkaar maken, maar dat die ook echt zo worden uitgevoerd.”

Voor iedereen, in elke wijk, een huisarts

Voor de leefbaarheid in wijken en gemeentes is de huisartsenpraktijk in de buurt cruciaal. Om huisartsen zo goed mogelijk hun werk te laten doen, is het belangrijk om de druk op de huisartsenzorg te verlagen. Daarvoor is onder andere noodzakelijk:

  • dat huisartsen voldoende tijd hebben voor de juiste zorg aan al hun patiënten en dat dit met een structurele financiering geborgd is, zodat we daarin langdurig kunnen investeren;
  • dat gemeenten zich actief inzetten voor huisvesting van huisartsenpraktijken in elke wijk

Wat staat er over de (huisartsen)zorg in de begroting?

We lichten er een aantal punten uit: 

  • De begroting van VWS voor 2024 bevat weinig nieuwigheden. Dat is gezien de demissionaire status van dit kabinet ook niet verrassend.
  • Er wordt door de minister vol ingezet op uitvoering van het IZA. Hierin verwacht de minister veel van en zet vol in op het anders organiseren van de zorg, regionaliseren en digitalisering.
  • De huisartsenzorg wordt weinig expliciet genoemd in de beleidsagenda van VWS, wel de eerstelijnszorg in bredere zin, waar de huisartsen een fundamenteel onderdeel van zijn. De huisarts wordt met name expliciet genoemd in de samenwerking met andere zorgprofessionals en andere domeinen, zoals het sociaal domein en de ggz.
  • De minister meldt het belang van het beteugelen van de zorgvraag en het verbeteren van de gezondheid door in te zetten op preventie. Aan het begin van de beleidsagenda wordt genoemd dat het maken van gezonde keuzes gestimuleerd moet worden. Pas verderop in het stuk wordt gezondheid ook gelinkt aan de sociaal-economische situatie van mensen. Als huisarts zien we dagelijks in onze spreekkamer hoe zeer gezondheid gekoppeld is aan de sociaal-economische omstandigheden van onze patiënten. Het is dus belangrijk dat de overheid ook op dat vlak voor verbeteringen zorgt (lees hierover ook de blog van Aard Verdaasdonk).
  • Het kader voor huisartsenzorg 2023 is naar boven bijgesteld €39 miljoen op basis van de geraamde zorguitgaven. Voor 2024 en de jaren daarop is een toename van de uitgaven aan huisartsenzorg begroot.

Verkiezingen november en daarna

LHV-voorzitter Verdaasdonk: “Het huidige kabinet is demissionair. Dat betekent dat de nu gepresenteerde beleidsplannen lopen tot er een nieuw kabinet zit. Voor een stabiele investering en echte verbeteringen in de huisartsenzorg is het van groot belang dat ook een nieuwe Tweede Kamer en een volgend kabinet zich hard zullen maken voor goede toegankelijke huisartsenzorg. Als LHV zetten we ons daarvoor in. Dat doen we nu al in aanloop naar de verkiezingen. En straks met contacten met de (nieuwe) Kamerleden die zich met zorg bezighouden en richting het te vormen kabinet.”

Bronnen:

Nieuws

In 2024 is een belangrijke mijlpaal bereikt: maar liefst 70% van de huisartsen werkt nu met een Huisarts Informatie Systeem

De Belastingdienst zal in 2025 nog geen boetes uitdelen aan werkgevers die nog werken met schijnzelfstandigen. Wel kunnen sociale premies

De tijdelijke vergoeding voor de UZI-medewerkerspas op naam stopt per 1 april 2025. Vanaf deze datum zijn huisartsen en apothekers