Veel aandacht voor huisartsenzorg tijdens zorgdebat
In het commissiedebat eerstelijnszorg op 7 november in de Tweede Kamer vroegen veel Kamerleden aandacht voor de uitdagingen waar de huisartsenzorg voor staat, zoals huisvesting, huisartsentekorten en toekomstbestendige tarieven. Concrete toezeggingen van de minister bleven echter uit.
Alle Kamerleden erkenden het grote belang van de eerstelijnszorg en spraken hun waardering uit voor de mensen die er werken. Wel gaven zij aan grote problemen te zien op het gebied van huisvesting, tarieven en drempels voor jonge huisartsen om een praktijk te starten.
Huisvesting
Veel aandacht was er voor de problemen die huisartsen ervaren bij het vinden van passende en betaalbare huisvesting. Daniëlle Jansen (NSC) en Harmen Krul (CDA) vroegen de minister te onderzoeken of een apart waarborgfonds voor huisartsen een oplossing kon zijn. De minister gaf echter aan geen voorstander te zijn van waarborgfondsen waarin de overheid een rol heeft. “Het staat de huisartsen vrij een eigen waarborgfonds op te richten.”
Onderzoeksrapport PwC over financiële knelpunten bij huisvestingsproblematiek
PricewaterhouseCoopers (PwC) heeft een onderzoek uitgevoerd naar de aard van de financiële knelpunten die huisartsen kunnen ervaren bij hun zoektocht naar passende huisvesting. Dit rapport is begin november aangeboden aan de Tweede Kamer. We zullen dit rapport analyseren en bespreken met InEen en in de IZA-werkgroep. Ons streven is begin 2025 een nieuwe versie van de handreiking op te leveren waarin ook de financiële aspecten een plek krijgen.
Praktijkhouderschap
Julian Bushoff (GL/PvdA) vroeg aandacht voor de huisartsentekorten in Nederland en schetste hoe dat tot schrijnende situaties kan leiden. Hij pleitte ervoor om de drempels te verlagen voor jonge huisartsen die praktijkhouder willen worden. De minister was van mening dat jonge huisartsen die een praktijk willen overnemen, dat ook kunnen zonder hulp van de overheid. “Het is aan de zorgverzekeraars om huisartsen te helpen bij het overnemen van een praktijk.” Zij gaf wel aan de zorgverzekeraars te gaan wijzen op hun zorgplicht.
Toekomstbestendige tarieven
Verschillende fracties stelden de vraag of de tarieven in de huisartsenzorg niet te laag zijn. Zij stelden dat de tarieven omlaag gaan en de huisvestingskosten en personeelskosten omhoog gaan. De minister gaf echter aan dat de huidige bekostiging voldoende mogelijkheden biedt voor huisartsen om met zorgverzekeraars te onderhandelen over aanvullende maatwerkafspraken.
Werkdruk en administratieve lasten
Mariska Rikkers (BBB) vroeg aandacht voor de toename van verantwoordingseisen in de eerstelijnszorg en noemde het wetsvoorstel Wet integere bedrijfsvoering zorg (Wibz) als voorbeeld. Zij vroeg de minister een bindend advies in te winnen bij de Autoriteit Toetsing Regeldruk (ATR) voor dit wetsvoorstel voordat het naar de Tweede Kamer gaat. De minister gaf aan de ATR om advies te vragen, maar niet bindend.
Geen concrete toezeggingen
Ondanks alle aandacht voor de huisartsenzorg kwamen er geen concrete toezeggingen van de minister. Zowel oppositie- als coalitiepartijen drongen aan op een meer proactieve en concrete houding van de minister. Ze gaven aan daadkracht te missen. Ze vonden dat de minister met allerlei onderzoeken en inventarisaties komt, terwijl het duidelijk is wat er misgaat.
Inbreng LHV
Voorafgaand aan het debat hadden we als LHV aandacht gevraagd voor een aantal punten die essentieel zijn voor de huisartsenzorg. Zoals huisvesting (onderzoek apart Waarborgfonds voor huisartsen) / toekomstbestendige tarieven, laat ATR bindend advies geven over de Wibz voordat het wetsvoorstel begin 2025 naar de Kamer wordt gestuurd en aandacht voor personeelstekorten in de huisartsenzorg.
Nieuws
De rechter verbiedt een staking van apotheekmedewerkers in de kerstperiode. Dat is de uitkomst van een kort geding dat door
In 2024 is een belangrijke mijlpaal bereikt: maar liefst 70% van de huisartsen werkt nu met een Huisarts Informatie Systeem
De Belastingdienst zal in 2025 nog geen boetes uitdelen aan werkgevers die nog werken met schijnzelfstandigen. Wel kunnen sociale premies