Nieuwe vormen van huisartsenzorg
Nieuwe soorten aanbieders spelen in op de uitdagingen waar we binnen de huisartsenzorg mee te maken hebben. Zo zijn er organisaties die huisartsen ondersteunen in hun praktijkvoering, partijen die digitale oplossingen aanbieden en bedrijven die praktijken overkopen. Op deze pagina lees je wat wij vinden van deze nieuwe vormen. Ook staan we stil bij de kansen die het biedt en aan welke eisen deze nieuwe vormen volgens ons moeten voldoen.
De huisartsenzorg staat onder druk en er zijn veel verschillende uitdagingen: huisartsentekorten, personeelstekorten, stijgende werkdruk, huisartsen moeten steeds meer tijd steken in niet-patiëntgebonden taken, en complexere ICT-mogelijkheden en eisen. We blijven als huisartsen innoveren en zoeken naar nieuwe en andere manieren om huisartsenzorg in alle wijken voor alle inwoners te kunnen blijven bieden. Er is veel mogelijk zolang het maar blijft gaan om het leveren van 100% huisartsenzorg aan elke patiënt.
Nieuwe aanbieders bieden ook kansen
De nieuwe aanbieders kunnen bijdragen aan een oplossing voor de druk op de huisartsenzorg, maar wel alleen als hun werkwijze volledig aansluit op de kernwaarden van de huisartsenzorg. Of je nu een ‘gewone’ huisarts-praktijkhouder bent, of een ander soort bedrijf dat een huisartsenpraktijk runt: de toegankelijkheid voor patiënten en de kwaliteit van de zorg moeten voorop staan.
Daarvoor is het noodzakelijk dat de praktijken de continuïteit van de zorg goed geregeld hebben, ook in de avond-, nacht- en weekenduren. Verder moeten ze persoonsgerichte zorg bieden waarvoor ze voldoende bereikbaar en beschikbaar zijn. Ook moeten ze medisch-generalistische zorg bieden en lokaal samenwerken. Dat zijn namelijk de kernwaarden van de huisartsenzorg en die zijn er in het belang van de patiëntenzorg.
Nieuwe initiatieven in de huisartsenzorg: bedreiging of kans
Het huisartsentekort jaagt overal in het land nieuwe initiatieven aan. Initiatieven afkomstig van partijen die vinden dat de huisartsenzorg beter kan: efficiënter, innovatiever en vooral digitaler. Zijn de nieuwkomers een bedreiging of kans voor de huisartsenzorg?
Standpunt LHV Nieuwe toetreders
De huisartsenzorg staat onder grote druk. Nieuwe toetreders kunnen een onderdeel zijn van de oplossing. Maar alleen als hun werkwijze en organisatie volledig aansluiten op de kernwaarden van de huisartsenzorg en zo lang huisartsen die de patiëntenzorg verlenen onafhankelijk zeggenschap hebben over de organisatie en kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. Dat betekent dat de patiënt moet kunnen rekenen op een vast huisartsenteam dat dagelijks bereikbaar of beschikbaar is (of waarneming heeft geregeld). De vaste arts-patiënt-relatie is de basis van de zorg in Nederland. Om te zorgen dat ook in de toekomst elke Nederlander een eigen huisarts heeft, is het belangrijk om een aantal zaken goed te regelen, zoals Meer tijd voor de patiënt, ANW-zorg en huisvesting. Commerciële investeerders horen niet thuis in de (huisartsen)zorg, omdat dit ertoe leidt dat geld niet naar de kwaliteit van patiëntenzorg gaat, maar als winstuitkering naar aandeelhouders van buiten de zorg.
Afwegingsinstrument
Met de komst van nieuwe aanbieders in de huisartsenzorg ontstaan steeds meer nieuwe concepten. Welke afwegingen maak je als je te maken krijgt met een nieuwe toetreder? En hoe beslis je of je wilt samenwerken? Dit instrument helpt je een keuze te maken.
Behoudt volledige huisartsenzorg
In ons standpunt sluiten we nieuwe initiatieven niet uit. We zijn er juist blij mee, mits ze wel huisartsenzorg leveren. Huisartsenzorg borg je met een vast team van huisartsen en ondersteunend personeel. De vaste huisartsen zijn een groot goed dat we als LHV voor Nederland willen behouden en laten groeien. Alleen zo kunnen we de zorg op de been houden en patiënten de zorg bieden die ze nodig hebben.
Zorg kost geld en dat geld betalen we samen. Dan moet dat geld ook in de zorg blijven, zodat het bijdraagt een meer en betere zorg. Commerciële investeerders brengen in eerste instantie veel geld mee, maar hun verdienmodel is er altijd op gericht om er meer uit te halen dan dat er is ingestopt.
Daardoor verdwijnt het geld van de belasting- en premiebetaler en loopt het geld de zorg uit. Dat kan niet. Zeker nu we zien dat de kosten voor de zorg blijven oplopen. En vooral omdat er steeds meer groepen in onze samenleving zijn waarvoor zorg vragen niet meer vanzelfsprekend is, omdat ze het niet kunnen betalen. Als medicatie of een verwijzing noodzakelijk is, dan mag geld geen onderscheid creëren tussen patiënten. Zorgen om kosten mag geen drempel zijn voor noodzakelijke (vervolg)zorg. De huisartsenzorg moet altijd bereikbaar blijven.
Opiniestuk: Toekomst huisartsenzorg ligt bij de huisarts zelf
Lees het opiniestuk geschreven door huisartsen Esther van Osselen, Hanneke van der Veer en Hilly ter Veer, als reactie op het interview met 2 bestuurders van Co-Med.
Huisartsenzorg is een totaalpakket
Als huisartsenpraktijk moet je het hele aanbod aan huisartsenzorg kunnen bieden. Zo kun je niet maar een deel van de basiszorg bieden en voor andere zorgvragen naar andere praktijken verwijzen.
Ook moet je continuïteit kunnen bieden. Zoals zorgen dat je met vaste huisartsen werkt, die toegang hebben tot het patiëntendossier, zorgen dat de praktijk dagelijks bereikbaar en beschikbaar is voor de zorg die nodig is. Ook moet je de spoedzorg in de ANW-uren geregeld hebben, zoals door je aan te sluiten bij een huisartsenpost en daar mee te draaien in de diensten. Verder moet je zorgen dat patiënten ook fysiek langs kunnen komen als dat nodig is, dus niet alleen op afstand (telefonisch of digitaal) met een huisarts contact kunnen hebben.
Digitaal vult aan
Bijna alle huisartsenpraktijken in Nederland bieden, naast de mogelijkheid tot persoonlijk en telefonisch contact, al digitale contactmogelijkheden. Denk daarbij aan online afspraken plannen, online herhaalmedicatie vragen, beveiligd bericht versturen of beeldbelconsulten. In veel praktijken is dit niet meer weg te denken.
Maar digitale middelen kunnen nooit volledig het fysieke en persoonlijke contact vervangen. Uit recent onderzoek blijkt dat de inzet van digitale middelen het beste werkt binnen een bestaande arts-patiëntrelatie, dus als je de patiënt kent.
Hybride digitale zorg met vaste huisarts
Ook blijkt dat de hybride-op-maat-aanpak het beste werkt. Daarbij wordt gekeken naar wat er het beste bij de betreffende patiënt(engroep) past: digitaal of niet-digitaal. Dat werkt dus beter dan digital first, waarbij iedereen in eerste instantie hetzelfde digitale contactaanbod krijgt.
Het is belangrijk om rekening te houden met verschillen tussen patiënten in digitale en gezondheidsvaardigheden. Maar liefst 35% van de Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden en veel mensen zijn niet digitaal vaardig genoeg om alles online te kunnen regelen. Ook voor die patiënten en voor medische klachten die fysiek beoordeeld moeten worden, moet je toegankelijk zijn.
Digitale tools zijn een mooie en waardevolle aanvulling, maar geen vervanging van het contact met de eigen huisarts.
LHV-kader Kwaliteit en toegankelijkheid
Ons kader Kwaliteit en toegankelijkheid van de huisartsenzorg beschrijft hoe huisartsen goede toegankelijke huisartsenzorg zien, binnen de kernwaarden en kerntaken van de huisartsenzorg. Met dit kader geven we duidelijkheid over hoe we willen dat huisartsenzorg eruitziet: binnen de kernwaarden van de huisartsenzorg is fysieke zorg de basis, de relatie tussen arts en patiënt is langdurig en iedereen heeft een huisarts in de wijk.
Veelgestelde vragen commerciële toetreders
Dat is heel divers. Het verschilt per partij. Daarom is de LHV ook niet tegen nieuwe partijen in de huisartsenmarkt, mits ze werken conform de Kernwaarden en taken. Wat winst betreft ziet de LHV geen meerwaarde in investeerders die alleen geld meebrengen, want ook hier geldt: Geldlenen kost geld. De winst gaat de zorg uit en wordt niet gebruikt voor investeringen in de zorg. Ook zijn de nodige rendementen zo hoog dat dit een goede bedrijfsvoering lastig maakt. Dit aspect moet je meewegen bij het besluit om al dan niet in zee te gaan met een partij die inzet op winst voor zijn investeerders. Het lastige is dat je daar vaak onvoldoende zicht op krijgt. Vraag in ieder geval advies aan uw financieel adviseur.
Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor voldoende inkoop van zorg. Op het moment dat een praktijk geen opvolger kan vinden en een commerciële organisatie is bereid die praktijk over te nemen, dan kan de zorgverzekeraar daarmee een overeenkomst aangaan zoals die ook met een huisarts wordt afgesloten. Zo hoopt de verzekeraar te voldoen aan zijn zorgplicht. In de praktijk zien we echter dat de invulling door commerciële investeerders te wensen overlaat. Een oorzaak daarvan is dat bij een overeenkomst met een huisarts de zorgverzekeraar afspraken maakt met de praktijkhouder die persoonlijk aansprakelijk is voor het totaal. Dat is lang niet altijd het geval bij de organisaties die zich op de huisartsenmarkt begeven en waarbij zorg en praktijkvoering gesplitst zijn.
Hoe bepaal je of je met een nieuwe aanbieder wil samenwerken of juist niet? Op basis van welke criteria kun je een zorgvuldig besluit maken? Hiervoor hebben we een afwegingsinstrument gemaakt waarmee we jou op een gemakkelijke manier door deze vraagstukken heen loodsen, zodat je zelf de balans kunt opmaken. Daarvoor zijn de kernwaarden en kerntaken van de huisartsenzorg van belang, maar ook je eigen voorkeuren, ambities en visie op de huisartsenzorg. Heb je vragen over het afwegingskader, of wil je van gedachten wisselen over samenwerkingswensen? Neem contact met ons op: 085 – 04 80 000 of lhv@lhv.nl
Door de Mededingingswet mogen we als LHV geen uitlatingen doen over specifieke aanbieders van huisartsenzorg of iets vinden van wie zich waar vestigt en hoe. Daarom spreken we in onze communicatie over commerciële investeerders in het algemeen. Waarbij we altijd benadrukken dat er veel verschil is tussen nieuwe partijen in de huisartsenzorg en dat er ook nieuwe aanbieders zijn die wel een vorm hebben gevonden die goed aansluit bij de kernwaarden van de huisartsenzorg.
Zo’n waarnemingsregeling is toegestaan als huisartsen waarneming niet individueel kunnen organiseren. De eisen van de regeling moeten duidelijk, toegankelijk en objectief zijn voor iedereen. En andere partijen moeten worden toegelaten als dat voor hen noodzakelijk is, ook afhankelijk van redelijke en reële alternatieven in de regio. Aan deelname aan de waarnemingsregeling mogen dan wel kwalitatieve eisen worden gesteld bijvoorbeeld aan beschikbaarheid en bereikbaarheid. Nu zijn er talloze voorbeelden van ondermaatse bereikbaarheid en beschikbaarheid bij bepaalde commerciële ketenpraktijken. Dat kan reden zijn om een samenwerking te weigeren. Een commerciële praktijk zou kunnen inbrengen en misschien ook aantonen dat zij de boel wel orde hebben, en dat zij niet op zorginhoudelijke doelen worden geweigerd maar louter omdat het een commerciële praktijk is. Dat kan wringen met de mededingingsregels.
Overigens: als de onderlinge waarneemovereenkomst is gebaseerd op de modelovereenkomst van de LHV, dan is deelname voorbehouden aan praktijkhoudende huisartsen. Ook dat kan een reden zijn om een organisatie niet toe te laten tot de waarneemregeling.
Snel naar
Meer weten?
Meer weten over nieuwe toetreders in de huisartsenzorg? LHV-beleidsadviseur Iris Jansen staat je graag te woord.
Nieuws
Om goed om te kunnen gaan met de hectiek van vandaag, moeten we weten waar we als huisartsenzorg naartoe willen.
De Visie eerstelijnszorg 2030 schetst de contouren waarbinnen regionaal tussen de eerstelijns partijen samengewerkt kan gaan worden. Dat biedt huisartsen
Welke e-healthtools zijn het meest effectief? Welke zijn goed bruikbaar in de huisartsenpraktijk? In opdracht van LHV, NHG, InEen en