Wie doet wat: mensen met dementie of een verstandelijke beperking (Wzd)
De Wet zorg en dwang (Wzd) introduceert een aantal nieuwe functies en herdefinieert bestaande functies.
Zorgaanbieder maakt beleidsplan
Wanneer een zorgaanbieder onvrijwillige zorg wil aanbieden, moet een beleidsplan – waarin in ieder geval de volgende punten aan de orde komen – worden opgesteld:
Extra punten die in het beleidsplan voor ambulante onvrijwillige zorg aan de orde moeten komen:
Rol van de zorgverantwoordelijke
De zorgverantwoordelijke is een ter zake kundige arts of iemand die valt ‘binnen een categorie die door de minister is aangewezen als deskundig’. De zorgaanbieder wijst vervolgens aan wie dat in de zorgorganisatie kan zijn. De zorgverantwoordelijke is verantwoordelijk voor:
Rol van de extern deskundige
In de Algemene Maatregel van Bestuur over ambulante onvrijwillige zorg (gepubliceerd in juli 2018) wordt een verdere invulling gegeven aan het begrip ‘externe deskundige’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de externe deskundige voor de ouderenzorg en voor de verstandelijk gehandicaptenzorg. De zorgverantwoordelijke moet een externe deskundige inschakelen als het de zorgaanbieder niet is gelukt om de onvrijwillige zorg binnen de gestelde termijn van 2x 3 maanden af te bouwen.
Voor de ouderenzorg kan de externe deskundige zijn:
Voor de gehandicaptenzorg is dat:
De externe deskundige heeft aantoonbare ervaring met voorkomen en afbouw van onvrijwillige zorg en is niet in dienst van of betrokken bij de zorgorganisatie van de cliënt of betrokken bij diens zorg.
Rol van de Wzd-functionaris
De Wzd-functionaris is de opvolger van de voormalige Bopz-arts. Deze functie is niet meer voorbehouden aan een ter zake kundige arts. Ook een orthopedagoog-generalist (gehandicaptenzorg) of een gezondheidszorgpsycholoog (ouderenzorg) kunnen deze functie vervullen.
Een Wzd-functionaris:
Als de Wzd-functionaris een gedragskundige is, dan moet een niet bij de zorg betrokken arts toestemming geven bij een aantal vormen van onvrijwillige zorg: toediening van vocht, voeding, medicatie, medische controles, medische handelingen of therapeutische maatregelen, beperking van de bewegingsvrijheid of insluiting. De Wzd-functionaris kan, maar hoeft niet in dienst te zijn van de zorgorganisatie.
Rol van de cliëntenvertrouwenspersoon
De zorgaanbieder die onvrijwillige zorg wil inzetten moet een cliëntenvertrouwenspersoon benoemen. De cliëntenvertrouwenspersoon moet aantoonbare ervaring met de specifieke zorgbehoeften van cliënten met een verstandelijke beperking of dementie en het herkennen van hun problemen hebben. Ook kent hij de rechten van cliënten die tegen hun wil zorg krijgen. De cliëntenvertrouwenspersoon is onafhankelijk van de zorgaanbieder, de Wzd-arts, de zorgverantwoordelijke en het CIZ. De overheid heeft beloofd deze functionaris te financieren en met het veld op zoek te gaan naar een passende organisatiestructuur. Bekijk het overzicht met cliëntvertrouwenspersonen in jouw regio.
Rol van de vertrouwenspersoon en klachtenfunctionaris
De cliëntenvertrouwenspersoon kan niet dezelfde persoon zijn als de klachtenfunctionaris. Een klachtenfunctionaris bemiddelt tussen klager en zorgaanbieder, een cliëntenvertrouwenspersoon gaat onvoorwaardelijk naast de cliënt staan. Bovendien is de cliëntvertrouwenspersoon niet in dienst van de zorgaanbieder.
Rol van de klachtencommissie
Een zorgaanbieder is verplicht te zorgen voor toegang tot een onafhankelijke klachtencommissie. De commissie moet bestaan uit een oneven aantal van tenminste drie personen. Deze personen zijn niet in dienst of verbonden met de zorgorganisatie en zijn instaat een deskundige en zorgvuldige beslissing te nemen op grond van de klacht.