Praktijkvoorbeeld Zuid-Kennemerland: ‘Op tijd naar passende huisvesting zoeken’
Het grootste probleem in de regio Zuid-Kennemerland is niet het huisartsentekort, maar het tekort aan betaalbare huisvesting. Ron Peters, huisarts en bestuurder Huisartsen Coöperatie Zuid-Kennemerland, vertelt over hoe dat probleem wordt aangepakt.
In Zuid-Kennemerland is de grootste zorg of voldoende huisartsen zich er als praktijkhouder kunnen vestigen. De huidige praktijken-aan-huis kunnen niet eenvoudig worden omgezet in een groepspraktijk, terwijl daar vooral behoefte aan is onder startende praktijkhouders. De huisartsencoöperatie heeft de situatie geanalyseerd en gebruikt dit voor overleg. Verder worden praktijkhouders ontzorgd, getraind en geadviseerd.
Hoe zorgen we ervoor dat alle regio’s voldoende huisartsen hebben? Wij lobbyen hard bij de landelijke en regionale beleidsmakers en politiek. Er zijn ook dingen die je als huisarts zelf kunt doen. In deze interviewreeks lees je welke stappen jouw collega-huisartsen en hun lokale partners zetten, om maatregelen te treffen in hun regio.
Hoe zit het met het huisartsentekort in jullie regio?
“Aan huisartsen hebben we hier geen gebrek. Er zijn vier huisartsenopleidingen in de buurt: de UvA, de VU en de universiteiten in Leiden en Rotterdam. Bovendien is Kennemerland een populair gebied om te wonen. Toch zien ook wij dat waarnemers er langer over doen om een praktijk over te nemen, omdat ze opzien tegen de rompslomp van het praktijkhouderschap.”
“Maar dat is niet ons grootste probleem. Het grootste probleem zit in de huisvesting van huisartsenpraktijken. Het is in deze regio nu al heel moeilijk om passende en betaalbare praktijkruimte te vinden. Dat probleem wordt nog groter als de komende jaren een paar solisten gaan stoppen die hun praktijk aan huis hebben.”
Huisartsenzorg in kaart gebracht
“We hebben als huisartsencoöperatie een paar jaar geleden in kaart gebracht hoe de huisartsenzorg in onze regio in elkaar zit. We hebben naar praktijkvormen, type huisartsen en leeftijd gekeken. We hebben ook onderzocht wat de knelpunten en behoeften zijn, zowel van de praktijkhoudende als van de niet-praktijkhoudende huisartsen. Niet-praktijkhoudende huisartsen zijn namelijk ook lid van onze coöperatie. Wij vinden het heel belangrijk dat ze meedenken over de vraagstukken die in onze regio aan de orde zijn.”
Voorkeur voor parttime in een groepspraktijk
“We zagen al langer aankomen dat jongere huisartsen parttime willen werken en een groepspraktijk aantrekkelijker vinden dan een solopraktijk. Daarom zijn we tien jaar geleden al begonnen om huisartsen te bewegen tot samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld in de vorm van een HOED of een gezondheidscentrum. Dat is aardig gelukt: onze regio telt inmiddels twaalf gezondheidscentra en vijf HOED-en.”
Drempel naar praktijkhouderschap verlagen
“Om de drempel naar het praktijkhouderschap te verlagen, ondersteunen we startende praktijkhouders met trainingen en adviezen. We willen praktijkhouders zoveel mogelijk ontzorgen. We bieden praktijkmanagers aan die op basis van detachering in een praktijk kunnen worden ingezet. We willen vooral ook laten zien dat het ontzettend leuk is om praktijkhouder te zijn en dat het werk met een goede taakverdeling erg meevalt.”
Overleg met gemeente over huisvesting
“In Haarlem en omgeving zijn zeker vijf solisten die de komende jaren met pensioen gaan en nog een praktijk aan huis hebben. Zij of hun opvolgers zullen passende huisvesting moeten vinden. Dat is een groot probleem, want een praktijkruimte kost een vermogen. We hebben daar inmiddels wel overleg over met de gemeente. Gemeenten zullen moeten investeren in maatschappelijk vastgoed en eisen moeten stellen aan projectontwikkelaars om in nieuwbouwprojecten ruimte in te plannen voor gezondheidsvoorzieningen.”
“In Haarlem-Noord kijken we nu naar de mogelijkheid om een aantal praktijken te huisvesten in een deel van de dagkliniek van het Spaarne Gasthuis. Maar zo’n oplossing is niet overal voorhanden. Bovendien willen we niet dat alle huisartsenpraktijken de wijk uitgaan. Zorg om de hoek lukt niet altijd, maar het streven is wel dat de zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt zit.”
Tips voor collega’s met vergelijkbare problemen?
- “Geef je hidha of waarnemer de mogelijkheid om een volgende stap te maken, in de vorm van associatie of overname. Laat weten dat je een huisarts zoekt die daar interesse in heeft en laat die persoon daar niet tien jaar op wachten.
- Stop met klagen over hoe zwaar het is om praktijkhouder te zijn. Wie zou er voor praktijkhouderschap kiezen als je de huidige praktijkhouders steen en been hoort klagen?
- Laat zien dat het ook financieel aantrekkelijk is om praktijkhouder te zijn. Wees open over wat je verdient. Dat deed ik zelf ook. Ik werkte tot januari 2020 vier dagen in de week, had 4 weken zomervakantie en verdiende 90.000 euro bruto per jaar, exclusief verzekering en pensioen. Mijn hidha is mij opgevolgd in de maatschap, toen ik begin 2020 met pensioen ging. Wij hadden de praktijk zo georganiseerd dat we allemaal plezier hadden in ons werk. Daardoor heb ik het ook tot mijn 67ste volgehouden. Ik vond het echt het allerleukst om eigen baas te zijn.”
Advies van de LHV
Breng de situatie zo volledig mogelijk in kaart en bekijk welke (regionale) partijen je kunt betrekken bij het vinden van oplossingen. Wij zetten landelijk in op meer aandacht voor het praktijkhouderschap tijdens de opleiding. In de regio kunnen huisartsen zo goed mogelijk ondersteund worden bij het praktijkhouderschap. Zorg daarnaast voor een beweging waarbij praktijkstoppers en potentiële praktijkzoekers al vroeg bekend raken met elkaars wensen en behoeften.