Inloopspreekuur zonder tijdsdruk
Elke ochtend begint de praktijk van huisarts Karin van Haaren van 8 tot 10 uur met een inloopspreekuur. Voor elke patiënt wordt rustig de tijd genomen. Voorwaarde is een goede bezetting in de ochtend. Op maandag zijn ze met drie huisartsen aanwezig, de andere ochtenden met twee en meestal ook een aios.
Huisarts Karin van Haaren
Huisartsenpraktijk Onder de torens, Terheijden
4.000 patiënten en 250 bewoners gehandicapteninstelling, 2 fte huisartsen
Wat is jullie oplossing?
“Wij beginnen elke ochtend van 8 tot 10 uur met een inloopspreekuur. Daarin nemen we rustig de tijd voor elke patiënt. Bij de ene patiënt kan dat 5 minuten zijn, bij de andere wordt het een half uur. Dat betekent dat patiënten in de wachtkamer even moeten wachten. Wie dat vervelend vindt, kan een afspraak maken voor het spreekuur aan het eind van de ochtend of het eind van de middag. Bij die consulten zitten we dan wel aan 10 minuten vast.
We zorgen dat we elke ochtend voldoende bezetting hebben. Op maandagochtend zijn we met drie huisartsen aanwezig, de andere ochtenden met twee en meestal ook een aios. De assistenten hebben op diezelfde tijd hun inloopspreekuur, voor bijvoorbeeld oren uitspuiten, bloeddrukcontroles, wondbehandeling en stikstofbehandeling. Dat levert een gezellige drukte op in de wachtkamer. Ieder van ons loopt de wachtkamer in om een patiënt op te halen. Patiënten mogen zelf kiezen door wie ze gezien worden, dat leidt dan weer tot allerlei onderlinge overlegjes. Dat vinden wij alleen maar positief.”
Patiënten mogen zelf kiezen door wie ze gezien worden
Wat levert het op?
“Mijn collega en ik hebben deze werkwijze ingevoerd toen we de praktijk in 2013 overnamen. Voor de assistenten scheelt het heel veel telefoontjes. Patiënten kunnen elke ochtend gewoon binnenlopen. Het geeft mij een heerlijk gevoel dat ik tijdens het inloopspreekuur niet onder tijdsdruk sta. Al zit het vol in de wachtkamer, in de spreekkamer neem ik de tijd.
De patiënten vinden deze werkwijze ook prettig. Ja, ook de oudere patiënten. Ze vinden het makkelijk dat ze geen afspraak hoeven maken en dat ze alle tijd en aandacht krijgen. Ouders met jonge kinderen vinden het soms lastig dat ze niet weten hoe lang ze moeten wachten voor ze aan de beurt zijn. Daarom komen zij het liefst meteen om 8 uur of nog net voor 10 uur, zodat ze snel worden geholpen. Vaak is dat ook zo. De ene keer is het druk, de andere keer is het rustig. Echte pieken hebben we alleen in griepperioden. Ik denk dat het drie keer per jaar voorkomt dat het inloopspreekuur nog niet klaar is als om 11 uur het afsprakenspreekuur begint. Maar daar hebben patiënten dan ook begrip voor.
Per saldo zijn we aan het inloopspreekuur niet meer tijd kwijt dan aan een afsprakenspreekuur. De winst is dat ik me niet opgejaagd voel. Dat bespaart mij niet alleen energie, maar levert zelfs energie op. Na het inloopspreekuur is de druk van de ketel. De rest van de dag heb ik voldoende tijd voor mensen die een afspraak hebben gemaakt, voor visites, telefoontjes en administratieve dingen.”
Zijn er uitdagingen of dingen die beter kunnen?
“Het spreekuur zit redelijk vol. Een van onze assistentes volgt nu de opleiding voor spreekuurondersteuner. Dat betekent dat zij straks de patiënten met kleine kwalen kan gaan zien, zodat wij als huisartsen weer meer tijd overhouden voor de ingewikkeldere patiënten. Dan gaat het allemaal nog vlotter voor patiënten.”
Is dit een structurele oplossing, ook financieel?
“Deze oplossing kost geen geld, maar het moet wel bij je passen. Als je stress krijgt van een volle wachtkamer, is het misschien niet zo’n goed idee. En je moet er ook tegen kunnen dat je niet weet waar een patiënt mee komt als je hem of haar uit de wachtkamer haalt. Voorwaarde is wel dat je in de ochtend een goede bezetting hebt. Als ik een nachtdienst heb gedraaid, doe ik eerst nog het inloopspreekuur. Daarna ga ik pas slapen.”
Meer tijd voor de patiënt
Deze pagina is onderdeel van het thema Meer tijd voor de patiënt. Hier vind je inspiratie, praktische voorbeelden en een stap-voor-stap handreiking om zelf met een pilot aan de slag te gaan.